top of page
Weather
A collection of vocabulary on the weather
Wet weather
a cloudburst: wolkbreuk
a deluge: heavy rainfall
to teem down with: to pour down with rain
sodden: drijfnat
dank: koud en nat, klam
slush: natte sneeuw
sleet: gedeeltelijk aangevrozen natte sneeuw
cold weather
black ice: ijzel
frostbite: schade aan vingers en tenen door vrieskou
Warm weather
Scorching: verschroeiend
arid: extreem droog land
Windy weather
a gust: windvlaag
blustery: stormweer
bottom of page